togen als dialectwoord
wijzen (Poperings)   tonen (Veurns)  

Spreekwoorden en zegswijzen
• daar geboren en getogen (=daar geboren en opgegroeid)
Naar de spreekwoorden

8 definities op Encyclo
  • Uit `De lagere vaktalen: Timmermanstaal` 1914 een vergaring dichtsluiten.
  • (molen) De gemetselde kromming, de kom, waarin de vijzel draait.
  • woord uit 1812, uitleg bij teksten van E.J. Potgieter (1808 - 1875) trekken.
  • 1) Trekken 2) Boogvorm aan een constructie geven 3) Een boogvorm geven 4) Tonen 5) Slepen 6) Sleuren
  • Ambtsgewaad. Ruim vallende liturgische mantel met wijde mouwen, gedagen door de predikant. Toebehoren is een witte bef. [[nl]] Een tot op de voeten afhangend bovenkleed dat door geestelijken wordt/werd gedragen, met name tijdens liturgische vieringen onder de overige liturgische gewaden. Gesloten met 33 zwart...
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op togen:
betogeningetogenonvertogenopgetogenzieltogenvertogenonttogenomtogenangstogen

Herkomst volgens etymologiebank.nl
  1. togen (tonen)
  2. togen (trekken, slepen)


Op andere websites
Zoek togen op Woordenlijst.org
Zoek togen op Google
Zoek togen op Wikipedia