tochten

werkw.

Uitspraak:	[ˈtɔxtə(n)]
Afbreekpatroon:	toch·ten
Vervoegingen:	tochtte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft getocht (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(van een luchtstroom) hinderlijk voelbaar zijn

Voorbeeld:	`Het tocht hier.`
Je tocht hier weg.	(er staat hier veel tocht (1))
Het tocht hier, mag het raam dicht?	(<opmerking die je maakt als iemand gaapt of als iemands gulp openstaat>)

Zie ook:

4 definities op Encyclo

•trekken van de wind. •de tocht doorlaten.
1) Wind doorlaten 2) Trekken 3) Zuiveren 4) Trekken van de wind 5) Zakken
als koude luchtstroom door een ruimte trekken tochtig zijn door de tocht meegevoerd worden
Tochten is wind in huis als deuren tegenover elkaar openstaan. [basiswoordenlijst groep 5]

Deze woorden eindigen op tochten:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van tochten is 'tochtte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft getocht'.

'(van een luchtstroom) hinderlijk voelbaar zijn'

tochten spel je T O C H T E N

Op andere websites

Recentelijk gezocht