• tot de tanden gewapend (=tot het uiterste bewapend) • tot de tanden bewapend (=zwaar bewapend) • met lange tanden eten (=met tegenzin eten) • met het mes tussen de tanden (=wanneer alles op het spel staat) • met de mond vol tanden staan (=niet weten wat je moet zeggen / ergens versteld van staan) Toon alle 12 spreekwoorden die tanden bevatten