de taalvaardigheid

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:	[tal'vardɪxhɛit]
Afbreekpatroon:	taal·vaar·dig·heid
Verbuigingen:	taalvaardigheden (meerv.)

mate waarin je een taal goed spreekt en schrijft

Voorbeelden:

`mondelinge taalvaardigheid`, `schriftelijke taalvaardigheid`

taalbeheersing   

• •de vaardigheid van een vlot gebruik van de taal.
• 1) Taalbeheersing
• Abstract: Het vermogen om te luisteren, spreken, lezen en schrijven in samenhang en continuïteit Tekst: Door betekenisvol, sociaal- en strategisch leren als uitgangspunt voor het (taal)onderwijs kunnen leerkrachten de taalvaardigheid van kinderen (extra) stimuleren.

Toon uitgebreidere definities

Is het 'de taalvaardigheid' of 'het taalvaardigheid'?

Het is 'de taalvaardigheid', want taalvaardigheid is vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die taalvaardigheid'.

Wat is het meervoud van taalvaardigheid?

Het meervoud van taalvaardigheid is 'taalvaardigheden'. Eén taalvaardigheid, twee taalvaardigheden.

Wat betekent taalvaardigheid?

'mate waarin je een taal goed spreekt en schrijft'

Hoe spel je taalvaardigheid?

taalvaardigheid spel je T A A L V A A R D I G H E I D

Wat is een ander woord voor taalvaardigheid?

Een ander woord taalvaardigheid is taalbeheersing.

Zoek taalvaardigheid op Woordenlijst.org
Zoek taalvaardigheid op Google
Zoek taalvaardigheid op Wikipedia