stuiteren

werkw.
Uitspraak:  ['stœytərə(n)]
Afbreekpatroon:  stui·te·ren
Vervoegingen:  stuiterde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gestuiterd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

herhaaldelijk op en neer of heen en weer (laten) stuiten
Voorbeelden:  `Bij het centrifugeren staat de wasmachine te stuiteren`,
`een bal stuiteren`

Zie ook:  stuiter


Synoniemen
stuiten   

Intensiveringen
Hoe kun je met stuiteren een ander begrip versterken?
stuitergek;

3 definities op Encyclo
  • 1) Bikkelen 2) Terugspringen 3) Knikkeren 4) Term uit de basketbalsport 5) Basketbalterm 6) Stuiten 7) Veren 8) Dribbelen
  • knikkeren Jaar van herkomst: 1706 (WNT stuiter )
  • Stuiteren is hoppen, veren, terugkaatsen, bonzen. [basiswoordenlijst groep 7]
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
stuiteren (knikkeren)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van stuiteren?
De verleden tijd van stuiteren is 'stuiterde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gestuiterd'.
Wat betekent stuiteren?
'herhaaldelijk op en neer of heen en weer (laten) stuiten'
Hoe spel je stuiteren?
stuiteren spel je S T U I T E R E N
Wat is een ander woord voor stuiteren?
Een ander woord stuiteren is stuiten.

Op andere websites
Zoek stuiteren op Woordenlijst.org
Zoek stuiteren op Google
Zoek stuiteren op Wikipedia