stofferen

werkw.

Uitspraak:	[stɔˈferə(n)]
Afbreekpatroon:	stof·fe·ren
Vervoegingen:	stoffeerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gestoffeerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (een meubel) met stof (1,1) bekleden

Voorbeeld:

`je bank opnieuw laten stofferen`

2) (een huis) inrichten met vloerbedekking en gordijnen om het bewoonbaar te maken

Voorbeeld:

`een volledig gestoffeerd en gemeubileerd huis`

Synoniemen

5 definities op Encyclo

kruiden, op smaak brengen.
1) Meubileren 2) Van vloerbedekking en gordijnen voorzien 3) Toerusten 4) Bekleden 5) Overtrekken 6) Aankleden
met stof bekleden
met stof bekleden Jaar van herkomst: 1430 (MNW )
vervoersrecht: dat deel van de inboedel dat dient om een woning aan te kleden, met uitzondering van meubilair, huisraad of ...

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van stofferen is 'stoffeerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gestoffeerd'.

'(een meubel) met stof (1,1) bekleden' en '(een huis) inrichten met vloerbedekking en gordijnen om het bewoonbaar te maken'

stofferen spel je S T O F F E R E N

Andere woorden voor stofferen zijn aankleden, bekleden, meubileren en overtrekken.

Meer informatie op:

Op andere websites

Recentelijk gezocht