spitsen

werkw.
Uitspraak:  [spɪtsə(n)]
Afbreekpatroon:  spit·sen
Vervoegingen:  spitste (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gespitst (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

je oren spitsen  (scherp gaan luisteren) `Toen ik mijn naam hoorde vallen spitste ik mijn oren.`

Zie ook:  spits


Synoniemen
spitsuren   tuiten   

Spreekwoorden en zegswijzen
• de oren spitsen (=goed luisteren)
Naar de spreekwoorden

4 definities op Encyclo
  • omhoog zetten vb: de hond spitste de oren toen de bel ging
  • [ beroemde gebouwen] Het bewerken van natuursteen om het natuursteen enigszins vlak te maken. Door met moker op een puntijzer of spitsijzer te slaan, wordt de overtollige steen verwijderd tot de natuursteen enigzins vlak is.
  • 1) Scherp maken 2) Tuiten 3) Zich verheugen op 4) Scherpen 5) Uitzien naar 6) Puntig maken 7) Opsteken 8) Spitsuren
  • Puntig toelopende bekroningen van torens. VWB. Categorie: Onderdelen > torenspitsonderdelen.
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met spitsen:
spitsenprobleem

Herkomst volgens etymologiebank.nl
spitsen

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van spitsen?
De verleden tijd van spitsen is 'spitste'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gespitst'.
Hoe spel je spitsen?
spitsen spel je S P I T S E N
Wat is een ander woord voor spitsen?
Andere woorden voor spitsen zijn spitsuren en tuiten.

Op andere websites
Zoek spitsen op Woordenlijst.org
Zoek spitsen op Google
Zoek spitsen op Wikipedia