Spreekwoorden en zegswijzen
• van de
sokken gaan/raken/vallen
(=bewusteloos vallen)• iemand van de
sokken slaan
(=iemand vellen, neerslaan)• iemand van de
sokken rijden/lopen
(=iemand (bijna) omver rijden of lopen)• het hebben over blauwe aardappelen en blauwe
sokken (=zonder het aanvankelijk beseft te hebben over verschillende zaken spreken)• een held op
sokken (=iemand die zich dapper voordoet, maar in werkelijkheid niets durft. Een bangerik)Toon alle 8 spreekwoorden die sokken bevatten6 definities op Encyclo
- [Soldatentaal, 1914] er de sokken in zetten: hard wegloopen.
- [Soldatentaal, 1914] hij is van de sokken getimmerd: hij is gedegradeerd.
- [Bargoens, boeventaal] hard loopen. De sokken zetten. (Hard loopen).
- 1) Voetbekleding 2) Voor om de voeten
- Sokken die de voet bedekken en tot ergens beneden de knie reiken. Categorie: Kleding > kousen en sokken.
Toon uitgebreidere definitiesDeze woorden beginnen met sokken:
•
sokkenteller•
sokkenwolOp andere websites
Zoek
sokken op Woordenlijst.org
Zoek
sokken op Google
Zoek
sokken op Wikipedia