snotter als dialectwoord
Jong kind (Koersels)   kleine (Munsterbilzen - Minsters)   kindje (Munsterbilzen - Minsters)   Snotjongen, Snotjong, Snotneus, Snotaap (Amsterdams)   snotjongen* (Lovendegems)   kleuter (Bevers)  
Toon alle 8 dialectwoorden

Spreekwoorden en zegswijzen
snotterige veulens worden de gladste paarden. (=kwajongens die nergens voor lijken te deugen, worden vaak flinke mannen)
Naar de spreekwoorden

3 definities op Encyclo
  • 1) Jong kind 2) Neus
  • bepaald soort strop , gevormd door een vrij kort stuk staaldraad of touw met aan beide einden een lus. Door de ene lus door de andere te steken en de eerst genoemde lus aan de haak te slaan, zal de snotter aantrekken. De term snotter is weinig bekend, meestal spreekt men van een strop. Korte hijsbanden zijn o...
  • snotjongen - Voorbeeld: ‘Hier op de dorpsplaats stond hij zo verlegen voor die snotters als een schuchter kind bevangen door de vrees dat ze hem gingen uitlachen’
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met snotter:
snotterensnotterigsnotterschaamte

Deze woorden eindigen op snotter:
gesnotter

Op andere websites
Zoek snotter op Woordenlijst.org
Zoek snotter op Google
Zoek snotter op Wikipedia