snoepen

werkw.

Uitspraak:	[ˈsnupə(n)]
Afbreekpatroon:	snoe·pen
Vervoegingen:	snoepte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gesnoept (volt.deelw.)

snoep eten

Voorbeelden:

`Snoepen is slecht voor je gebit en voor je gewicht.`, `snoepen uit de koektrommel`, `snoepen van de taart`, `bonbons snoepen`

likken   nassen   smikkelen   smullen   snoep eten   

• snoep eten vb: snoepen is slecht voor je tanden ergens stiekem van eten omdat het zo lekker is vb: Nicky snoepte van de slagroomtaart
• 1) Snoeien 2) Zoetigheid eten 3) Zoetigheden eten 4) Snoep eten 5) Likken 6) Nassen 7) Snoep smikkelen 8) Lekkers eten 9) Lekkernijen verorberen 10) Slikken 11) Als lekkernij verorberen 12) Sneukelen 13) Smullen 14) Smuisteren 15) Smikkelen 16) Kaartspel met 32 kaarten 17) Kaartspel 18) Heimelijk eten of drin...
• lekkernijen eten
• lekkernijen eten Jaar van herkomst: 1573 (Plantijn )

Toon uitgebreidere definities

• afsnoepen

snoepen (lekkernijen eten)

Waar komt de uitdrukking kijken alsof je je laatste oortje hebt versnoept vandaan en wat wordt ermee bedoeld? Zie Je laatste oortje versnoept hebben

Wat is de verleden tijd van snoepen?

De verleden tijd van snoepen is 'snoepte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gesnoept'.

Wat betekent snoepen?

'snoep eten'

Hoe spel je snoepen?

snoepen spel je S N O E P E N

Wat is een ander woord voor snoepen?

Andere woorden voor snoepen zijn likken, nassen, smikkelen, smullen en snoep eten.

Zoek snoepen op Woordenlijst.org
Zoek snoepen op Google
Zoek snoepen op Wikipedia