smokkelen

werkw.

Uitspraak:	[ˈsmɔkələ(n)]
Afbreekpatroon:	smok·ke·len
Vervoegingen:	smokkelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gesmokkeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (iets) illegaal en in het geheim over de grens brengen

Voorbeeld:

`drugs smokkelen`

2) (iets) opzettelijk net niet helemaal goed doen

Voorbeeld:

`Dat papier past net niet. Je moet maar een beetje smokkelen.`

Zie ook:

Synoniemen

6 definities op Encyclo

•wederrechtelijk goederen over een grens brengen om heffingen te ontduiken. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
in het geheim naar een ander land vervoeren vb: hij heeft wijn gesmokkeld uit Frankrijk niet helemaal eerlijk werken vb: de man smokkelt bij het afwegen van de pinda's
1) Oneerlijk zijn 2) Oneerlijk handelen 3) Bedriegen 4) In het geheim meenemen 5) Sluikhandel bedrijven 6) Sluikhandel 7) Foezelen 8) Kiepelen 9) Sluiken 10) Smokkel 11) Smokkelarij 12) Smokkelhand 13) Illegaal en in het geheim over de grens brengen 14) Illegaal handelen 15) Illegaal importeren 16) Bedrijven ...
heimelijk vervoeren Jaar van herkomst: 1615 (WNT )
Het heimelijk over de grens vervoeren van goederen, bijvoorbeeld om de invoerrechten te ontduiken. Vaak gaat het ook om goederen waarvoor een in- of uitvoerverbod geldt, bijvoorbeeld drugs en beschermde diersoorten.

Deze woorden eindigen op smokkelen:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van smokkelen is 'smokkelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gesmokkeld'.

'(iets) illegaal en in het geheim over de grens brengen' en '(iets) opzettelijk net niet helemaal goed doen'

smokkelen spel je S M O K K E L E N

Andere woorden voor smokkelen zijn bedriegen, sluikhand, sluikhandel, smokkelarij, smokkelhand, spieken en verbergen.

Op andere websites

Recentelijk gezocht