de slaap

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[slap]
Verbuigingen:	slapen (meerv.)

1) zijkant van je hoofd vlakbij je oog ^anatomie

Voorbeeld:

`een litteken op je linkerslaap`

2) toestand van volledige rust van lichaam en geest, of de behoefte daaraan

Voorbeelden:

`in slaap vallen`,
`tegen de slaap vechten`,
`slaap hebben`

Synoniemen

dutje

Spreekwoorden en zegswijzen

• de slaap der rechtvaardigen slapen (=een schoon geweten hebben)
Naar de spreekwoorden

Intensiveringen

Hoe kun je slaap krachtiger uitdrukken?
diepe slaap; omvallen van de slaap;

10 definities op Encyclo

[Soldatentaal, 1914] de man naast wien men slaapt.
•periode van inactiviteit waarbij het lichaam tot rust komt. •behoefte aan slaap. • [anatomie] zijvlak van het hoofd tussen oog en oor. •tot korstjes opdrogende afscheiding aan de oogleden.
toestand waarin je niets merkt van je omgeving vb: hij viel in een diepe slaap ik heb slaap [zin om te gaan slapen] hij kon de slaap niet vatten [kon niet in slaap komen]
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Militair), naaste buurman op de slaapzaal.
(zijkant gezicht) Slaap (zijkant gezicht) is een bepaald deel van het gelaat tussen oren en voorhoofd. [basiswoordenlijst groep 7]

Deze woorden beginnen met slaap:

Deze woorden eindigen op slaap:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

Het is 'de slaap', want slaap is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die slaap'.

Het meervoud van slaap is 'slapen'. Eén slaap, twee slapen.

'zijkant van je hoofd vlakbij je oog' en 'toestand van volledige rust van lichaam en geest, of de behoefte daaraan'

slaap spel je S L A A P

Een ander woord slaap is dutje.

Op andere websites

Recentelijk gezocht