zich settelen

reflexief werkw.

Uitspraak:	[ˈsɛtələ(n)]
Afbreekpatroon:	set·te·len
Vervoegingen:	settelde zich (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft zich gesetteld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(ergens) gaan wonen en een regelmatig leven gaan leiden

Voorbeeld:

`wel vijftien relaties gehad hebben voor je je met je vriendin gaat settelen en aan kinderen begint te denken`

koloniseren   vestigen   

• 1) Vestigen 2) Koloniseren 3) Zich vestigen
• Het beter op elkaar gaan passen van de onder- en bovengebitselementen na een beugelbehandeling.
• vestigen Jaar van herkomst: 1956 (Aanv WNT )
• zich blijvend vestigen, meestal op een bepaalde plaats, omdat het daar veilig, vertrouwd en comfortabel is en men zich daar volledig geaccepteerd voelt zich ergens vestigen, vaak in figuurlijke zin, in die zin dat men nadrukkelijk kiest voor een bepaalde levensstijl, meestal een evenwichtige manier van leven,...

Toon uitgebreidere definities

settelen (vestigen)

1. Wordt het Engelse werkwoord to settle in het Nederlands vervoegd als settelen of settlen? Zie settelen / settlen
2. Schrijf je iemand laten betijen met ei of ij? Zie iemand laten betijen / iemand laten beteien

Wat is de verleden tijd van settelen?

De verleden tijd van settelen is 'settelde zich'. Het voltooid deelwoord is 'heeft zich gesetteld'.

Wat betekent settelen?

'(ergens) gaan wonen en een regelmatig leven gaan leiden'

Hoe spel je settelen?

settelen spel je S E T T E L E N

Wat is een ander woord voor settelen?

Andere woorden voor settelen zijn koloniseren en vestigen.

Zoek settelen op Woordenlijst.org
Zoek settelen op Google
Zoek settelen op Wikipedia