de schoonzus
zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: | [ˈsxonzʏs] |
Verbuigingen: | schoonzus|sen, schoonzus|ters (meerv.) |
echtgenote van je broer of zus, of zus van van degene met wie je getrouwd bent ©
Kernerman Dictionaries.
4 definities op Encyclo
- de zus van je echtgenoot of echtgenote vb: mijn schoonzus is opgegroeid met mijn man de vrouw met wie je broer of de broer van je vrouw getrouwd is vb: wij zijn wel schoo...
- • [familie] de echtgenote van iemands broer of zus, of de zus van iemands echtgenoot of echtgenote.
- 1) Familielid 2) Schoonzuster
- Een schoonzus (of zwagerin) is een familielid, waarbij de verwantschap is ontstaan door een partnerschap: begint je broer-zus een relatie met een vrouw dan wordt zij je ...
Toon uitgebreidere definitiesDeze woorden beginnen met schoonzus:
•
schoonzussen•
schoonzuster•
schoonzustersDeze woorden eindigen op schoonzus:
•
achterschoonzusHerkomst volgens etymologiebank.nl
schoonzus (aangetrouwde zus)Hoe bekend is het woord?
Volgens het
Centrum voor Leesonderzoek kent 100% van de Nederlanders en 99% van de Vlamingen het woord `schoonzus`.