de schoonzus

zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak:  [ˈsxonzʏs]
Afbreekpatroon:  schoon·zus
Verbuigingen:  schoonzussen, schoonzusters (meerv.)

echtgenote van je broer of zus, of zus van van degene met wie je getrouwd bent


7 definities op Encyclo
  • • [familie] de echtgenote van iemands broer of zus, of de zus van iemands echtgenoot of echtgenote.
  • de zus van je echtgenoot of echtgenote vb: mijn schoonzus is opgegroeid met mijn man de vrouw met wie je broer of de broer van je vrouw getrouwd is vb: wij zijn wel schoonzussen, maar komen niet uit dezelfde familie
  • 1) Aangetrouwd familielid 2) Schoonzuster 3) Familielid
  • aangetrouwde zus van iemand, hetzij als echtgenote van een broer van die persoon, hetzij als zus van zijn echtgenote of haar echtgenoot; in het geval van een gelijkslachtig huwelijk ook hetzij als echtgenote van een zus van die persoon, hetzij als zus van zijn echtgenoot of haar echtgenote
  • behuwdzuster
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met schoonzus:
schoonzuster

Deze woorden eindigen op schoonzus:
achterschoonzus

Herkomst volgens etymologiebank.nl
schoonzus (aangetrouwde zus)

Taaladvies
Kun je je zwager ook je schoonbroer noemen? Zie Zwager / schoonbroer

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de schoonzus' of 'het schoonzus'?
Het is 'de schoonzus', want schoonzus is vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die schoonzus'.
Wat is het meervoud van schoonzus?
Het meervoud van schoonzus is 'schoonzussen' maar ook 'schoonzusters'.
Wat betekent schoonzus?
'echtgenote van je broer of zus, of zus van van degene met wie je getrouwd bent'
Hoe spel je schoonzus?
schoonzus spel je S C H O O N Z U S

Op andere websites
Zoek schoonzus op Woordenlijst.org
Zoek schoonzus op Google
Zoek schoonzus op Wikipedia