de schommeling

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:	['sxɔməlɪŋ]
Afbreekpatroon:	schom·me·ling
Verbuigingen:	schommelingen (meerv.)

het afwisselend hoger en lager zijn

Voorbeelden:

`beursschommeling`, `bloeddrukschommeling`

deining   fluctuatie   slingering   trilling   wiegeling   zeegang   zwaai   zwaaien   

• (Bargoens, 1914) huisraad
• •het zwevend door de lucht heen er weer bewegen (in een schommel). •het ondergaan van willekeurige kleine veranderingen met de tijd. •schommel (+audio)
• [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Het -) (Bargoens), het huisraad.
• 1) Zwaai 2) Deining 3) Golfbeweging 4) Golving 5) Trilling 6) Slingering 7) Fluctuatie 8) Zeegang 9) Amplitude (hemellichamen) 10) Wiegeling
• de schoonmaak - Voorbeeld: De zaterdagavond geeft reeds de voorsmaak van feestelijkheid en wekt een eigenaardige stemming in heel het huishouden: was en strijk, met geur van versbakken tarwebrood, algemene kuis en schommeling

Toon uitgebreidere definities

• klimaatschommeling

Is het 'de schommeling' of 'het schommeling'?

Het is 'de schommeling', want schommeling is vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die schommeling'.

Wat is het meervoud van schommeling?

Het meervoud van schommeling is 'schommelingen'. Eén schommeling, twee schommelingen.

Wat betekent schommeling?

'het afwisselend hoger en lager zijn'

Hoe spel je schommeling?

schommeling spel je S C H O M M E L I N G

Wat is een ander woord voor schommeling?

Andere woorden voor schommeling zijn deining, fluctuatie, slingering, trilling, wiegeling, zeegang, zwaai en zwaaien.

Zoek schommeling op Woordenlijst.org
Zoek schommeling op Google
Zoek schommeling op Wikipedia