schilderen

werkw.

Uitspraak:	[ˈsxɪldərə(n)]
Afbreekpatroon:	schil·de·ren
Vervoegingen:	schilderde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft geschilderd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) met verf bedekken om te verfraaien of te beschermen

Voorbeeld:	`de kozijnen laten schilderen`
Synoniem:	verven

2) met verf een kunstwerk maken

Voorbeeld:

`het landschap schilderen in waterverf`

Zie ook:

Synoniemen

9 definities op Encyclo

[Soldatentaal, 1914] op wacht staan.
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Schilderen``] Op schildwacht staan
met verf bedekken vb: ik heb de schutting geschilderd met verf een voorstelling maken vb: hij heeft een landschap geschilderd
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Militair), op post staan.
1) Vereeuwigen 2) Tekenen 3) Afschilderen 4) Afbeelden 5) Penselen 6) Lakken 7) Uitbeelden 8) Portretteren 9) Verven 10) Doe-het-zelf klus 11) Beschilderen 12) Creatieve bezigheid 13) Malen 14) Beeldende kunsten

Deze woorden eindigen op schilderen:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Taaladvies

Wat is het verschil tussen een groot schilder en een grote schilder? Zie een groot schilder / een grote schilder
Wat is de juiste spelling van `een klein atelier`: ateliertje of atelieetje? Zie ateliertje / atelieetje
Schrijf je inlijsten met ei of ij? Zie inlijsten / inleisten

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van schilderen is 'schilderde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geschilderd'.

'met verf bedekken om te verfraaien of te beschermen' en 'met verf een kunstwerk maken'

schilderen spel je S C H I L D E R E N

Andere woorden voor schilderen zijn afbeelden, afschilderen, beschilderen, lakken, portretteren, tekenen en verven.

Op andere websites

Recentelijk gezocht