I schalk

bijv.naamw.

1) met boze bedoelingen

2) zich op een grappige manier een beetje misdragend


II de schalk

zelfst.naamw. (m.)
Verbuigingen:  schalken
Verbuigingen:  schalkje

1) iemand die op een meestal wel grappige manier plagerig of ondeugend is

2) eenvoudig hijstoestel

3) een zuil die tegen een wand of pijler geplaatst is en niet vrij staat in de ruimte;
een pilaster die rond i.p.v. plat van vorm is

4) sluw, arglistig iemand


Bron: WikiWoordenboek.

20 definities op Encyclo
  • Uit `De lagere vaktalen: Taal der bouwbedrijven` 1914 rechte greenen spar met ijzeren punt.
  • Uit `De lagere vaktalen: Timmermanstaal` 1914 eenvoudig hijschtuig.
  • knecht.
  • [I] grappenmaker; (verouderd) gewetenloos persoon [II] hijstoestel; (Overijssels en Gelders) verlengstuk aan daksparren
  • [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Bouwkunde), werktuig, bestaande uit twee houten palen, aan het boveneind verbonden en van een katrol voorzien voor het ophijschen van bouwstoffen.
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met schalk:
schalkachtigschalksschalksheid

Deze woorden eindigen op schalk:
maarschalkveldmaarschalkinschalkhofmaarschalk

Herkomst volgens etymologiebank.nl
  1. schalk (deugniet)
  2. schalk (hijstoestel)


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat betekent schalk?
'met boze bedoelingen' en 'zich op een grappige manier een beetje misdragend'
Hoe spel je schalk?
schalk spel je S C H A L K

Op andere websites
Zoek schalk op Woordenlijst.org
Zoek schalk op Google
Zoek schalk op Wikipedia