sabbelen

werkw.
Uitspraak:  [ˈsɑbələ(n)]
Afbreekpatroon:  sab·be·len
Vervoegingen:  sabbelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gesabbeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

zuigen op en likken aan
Voorbeelden:  `op een lolly sabbelen`,
`Aan elke tepel ligt een biggetje te sabbelen.`


Synoniemen
lurken   zabbelen   zuigen   

3 definities op Encyclo
  • ergens aan likken of zuigen vb: zij liep te sabbelen op een lolly
  • 1) Likken 2) Zuigen 3) Zabbelen 4) Kluivend zuigen 5) Lurken 6) Kluiven 7) Kletsen 8) Kwijlen
  • kluivend zuigen Jaar van herkomst: 1591 (WNT )
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
sabbelen (kluivend zuigen)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van sabbelen?
De verleden tijd van sabbelen is 'sabbelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gesabbeld'.
Wat betekent sabbelen?
'zuigen op en likken aan'
Hoe spel je sabbelen?
sabbelen spel je S A B B E L E N
Wat is een ander woord voor sabbelen?
Andere woorden voor sabbelen zijn lurken, zabbelen en zuigen.

Op andere websites
Zoek sabbelen op Woordenlijst.org
Zoek sabbelen op Google
Zoek sabbelen op Wikipedia