ruziën

werkw.

Uitspraak:	[ˈryzijə(n)]
Vervoegingen:	ruziede (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft geruzied (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

ruzie maken

Zie ook:

ruzie

kiften   kijven   krakelen   twisten   

• ergens ruzie over maken vb: broers en zussen ruziën vaak met elkaar Synoniem: twisten
• 1) Bekvechten 2) Woorden hebben 3) Twisten 4) Querelleren 5) Boos worden op iemand 6) Harrewarren 7) Haaien 8) Haarplukken 9) Herrie maken 10) Vervelend doen 11) Sfeer verpesten 12) Krakelen 13) Raakrooien 14) Bakkeleien 15) Rekkebekken 16) Heibel maken 17) Ruzie maken 18) Kibbelen 19) Kiften 20) Kijven
• Ruziën is kibbelen, bekvechten. [basiswoordenlijst groep 4]

Toon uitgebreidere definities

Wat is de verleden tijd van ruziën?

De verleden tijd van ruziën is 'ruziede'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geruzied'.

Wat betekent ruziën?

'ruzie maken'

Hoe spel je ruziën?

ruziën spel je R U Z I E-umlaut N

Wat is een ander woord voor ruziën?

Andere woorden voor ruziën zijn kiften, kijven, krakelen en twisten.

Zoek ruziën op Woordenlijst.org
Zoek ruziën op Google
Zoek ruziën op Wikipedia