• wat baten kaars of bril, als de uil niet zien en wil. (=gezegd als een koppig iemand advies of hulp negeert) • wat baten kaars en bril als de uil niet zien en lezen wil (=het is vruchteloos iemand te willen voorlichten als hij dat niet wil) • twee joden weten wat een bril kost (=we hoeven elkaar niets wijs te maken) • trillen als een juffershondje (=van angst trillen) • regen in mei, dan is april voorbij (=de natuur kiest vanzelf de goede volgorde) Toon alle 19 spreekwoorden die ril bevatten
4 definities op Encyclo
1) Rilletje 2) Indeuk 3) Bibber 4) Inkeping 5) Inkrassing 6) Wetering 7) Smalle groef in de maanbodem 8) Schuw 9) Beving 10) Insnijding 11) Bang als een hert 12) Hoogte tussen twee voren 13) Rilling 14) Rillijn 15) Vouwnaad 16) Vouw 17) Vore 18) Gleuf 19) Siddering 20) Ploegsnede 21) Huivering 22) Groef
huivering, het rillen
schuw, jagersterm (toon de herkomst via de etymologiebank)