resoneren

werkw.
Uitspraak:  [rezo'nerə(n)]
Afbreekpatroon:  re·so·ne·ren
Vervoegingen:  resoneerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft geresoneerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

het terugkaatsen of weerklinken (van geluid)
Voorbeeld:  `Hoe meer je stem resoneert, hoe meer klank die heeft.`


Synoniemen
echoën   galmen   schallen   weergalmen   weerkaatsen   weerklinken   weerschallen   

2 definities op Encyclo
  • 1) Galmen 2) Schallen 3) Weerschallen 4) Weerklank vinden 5) Naklinken 6) Nagalmen 7) Weerklinken 8) Medetrillen 9) Meeklinken 10) Weerkaatsen 11) Meetrillen 12) Weergalmen 13) Echoën 14) Weergalm geven
  • meeklinken Jaar van herkomst: 1548 (WNT )
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
resoneren (meeklinken)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van resoneren?
De verleden tijd van resoneren is 'resoneerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geresoneerd'.
Wat betekent resoneren?
'het terugkaatsen of weerklinken (van geluid)'
Hoe spel je resoneren?
resoneren spel je R E S O N E R E N
Wat is een ander woord voor resoneren?
Andere woorden voor resoneren zijn echoën, galmen, schallen, weergalmen, weerkaatsen, weerklinken en weerschallen.

Op andere websites
Zoek resoneren op Woordenlijst.org
Zoek resoneren op Google
Zoek resoneren op Wikipedia