I pontificaal

bijv.naamw.

Afbreekpatroon:	pon·ti·fi·caal
Herkomst:	«Latijn

1) pauselijk

Voorbeeld:

`een pontificale mis`

2) plechtig

Voorbeeld:

`ergens pontificaal plaatsnemen`

II het pontificaal

zelfst.naamw.

Afbreekpatroon:	pon·ti·fi·caal
Verbuigingen:	pontificalen (meerv.)

1) staatsiegewaad van de paus
2) pronkgewaad
3) knappe pak, beste pak

bisschoppelijk   plechtig   

• 1) Bisschoppelijk 2) Bisschopsgewaad 3) In prachtige kleding 4) Plechtgewaad van een paus 5) Zeer plechtig 6) Hogepriesterlijk 7) Feestgewaad 8) Plechtig 9) Pauselijk statiegewaad 10) Opperpriesterlijk 11) Vormelijk 12) Pauselijk 13) Pauselijk gewaad 14) Plechtig langzaam
• opperpriesterlijk Jaar van herkomst: 1586 (WNT Bijv.+verb. )

Toon uitgebreidere definities

pontificaal (zeer nadrukkelijk, plechtig; bisschoppelijk, pauselijk)

Wat betekent pontificaal?

'pauselijk' en 'plechtig'

Hoe spel je pontificaal?

pontificaal spel je P O N T I F I C A A L

Wat is een ander woord voor pontificaal?

Andere woorden voor pontificaal zijn bisschoppelijk en plechtig.

Zoek pontificaal op Woordenlijst.org
Zoek pontificaal op Google
Zoek pontificaal op Wikipedia