de polymeer

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [poli'mer]
Afbreekpatroon:  po·ly·meer
Verbuigingen:  polymeren (meerv.)

molecuul dat bestaat uit een reeks van opeenvolgende identieke delen
Voorbeeld:  `Rubber is een natuurlijke polymeer.`


15 definities op Encyclo
  • Een stof waarbij de moleculen die oorspronkelijk mogelijk een vloeistof vormden zich zodanig aaneen geregen hebben dat er een min-of-meer vaste stof is ontstaan. De meeste plastic`s of kunststoffen zijn polymeren. Er bestaan polymeren met de meest uiteenlopende mechanische en elektrische eigenschappen. Rece...
  • •betrekking hebbend op de vorming van een polymeer. • [scheikunde] een reuzenmolecuul dat bestaat uit een sequentie van één of meerdere identieke of soortgelijke onderdelen die aan elkaar zijn gekoppeld.
  • [natuurkunde scheikunde en sterrenkunde] Een groot molecuul dat uit een keten van kleine bouwstenen, monomeren, bestaat. Eiwitten uit de levende natuur en kunststoffen zoals nylon en polyvinylchloride (pvc) zijn bekende voorbeelden van materialen die uit polymeermoleculen bestaan.
  • Syn.: PE, Flocculant Def.:
  • 1) Epoxyhars
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met polymeer:
polymeerbetonpolymeerchemie

Herkomst volgens etymologiebank.nl
polymeer (verbinding uit gelijksoortige moleculen)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de polymeer' of 'het polymeer'?
Het is 'de polymeer', want polymeer is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die polymeer'.
Wat is het meervoud van polymeer?
Het meervoud van polymeer is 'polymeren'. Eén polymeer, twee polymeren.
Wat betekent polymeer?
'molecuul dat bestaat uit een reeks van opeenvolgende identieke delen'
Hoe spel je polymeer?
polymeer spel je P O L Y M E E R

Op andere websites
Zoek polymeer op Woordenlijst.org
Zoek polymeer op Google
Zoek polymeer op Wikipedia