polsen

werkw.
Uitspraak:  [ˈpɔlsə(n)]
Afbreekpatroon:  pol·sen
Vervoegingen:  polste (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gepolst (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

aan iemand vragen hoe hij of zij over iets denkt
Voorbeeld:  `voorzichtig polsen of de buren bezwaar zouden hebben tegen een hoge schutting`

Zie ook:  pols


Synoniemen
loden   peilen   sonderen   vademen   

5 definities op Encyclo
  • uithoren, de mening vragen.
  • erachter proberen te komen hoe hij over iets denkt vb: wil jij eens polsen of mijnheer Kreb soms voorzitter wil worden?
  • 1) De pols voelen 2) Iemand voorzichtig uithoren 3) Informeren 4) Roeren in het water 5) Voelhoorns uitsteken 6) Vademen 7) Toetsen 8) Peilen 9) Sonderen 10) Plant 11) Benaderen 12) Aftasten 13) Uitvragen 14) Voorzichtig vragen 15) Uithoren 16) Onderzoeken 17) Aan de tand voelen 18) Loden
  • peilen
  • peilen Jaar van herkomst: 1410 (MNW )
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
polsen (peilen)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van polsen?
De verleden tijd van polsen is 'polste'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gepolst'.
Wat betekent polsen?
'aan iemand vragen hoe hij of zij over iets denkt'
Hoe spel je polsen?
polsen spel je P O L S E N
Wat is een ander woord voor polsen?
Andere woorden voor polsen zijn loden, peilen, sonderen en vademen.

Op andere websites
Zoek polsen op Woordenlijst.org
Zoek polsen op Google
Zoek polsen op Wikipedia