de poet

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:

[put]

gestolen geld ^informeel

Voorbeeld:	`de verdeling van de poet`
Synoniem:	buit

• iemand een poets bakken (=een grap met iemand uithalen)
Naar de spreekwoorden

• Amsterdams woord voor gestolen goed
• kalf (VD II 3) - Voorbeeld: Bij de dreef gekomen, week Vermeulen van de oprit af om de groei der gerzing na te gaan, en de jonge veerzen en poetjes te bezien die sedert gisteren op de weide gestoken waren
• (Amsterdams) opbrengst van een criminele deal (diefstal, oplichting)
• [Bargoens, boeventaal] een poet lood (een hoop geld).
• 1) Gestolen bui 2) Kalf 3) Klucht 4) Kleine diefstal 5) Massa 6) Gestolen buit 7) Geld 8) Lieveling 9) Hoop 10) Jong lief meisje 11) Buit (volkstaal) 12) Buit

Toon uitgebreidere definities

• poëtaster• poëtica• poëticaal• poëtiek• poetiniseren• poetinisme• poetinsmoothie• poëtisch• poetryslam• poets• poetsdoek• poetsen• poetser• poetsgerei• poetskatoen• poetslap• poetsmiddel• poetsvrouw

poet (Bargoens: geld, buit)

Is het 'de poet' of 'het poet'?

Het is 'de poet', want poet is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die poet'.

Wat betekent poet?

'gestolen geld'

Hoe spel je poet?

poet spel je P O E T

Zoek poet op Woordenlijst.org
Zoek poet op Google
Zoek poet op Wikipedia