de plankier

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:	[plɑŋ'kir]
Afbreekpatroon:	plan·kier
Verbuigingen:	plankieren (meerv.)

vloer van planken buitenshuis

Voorbeeld:

`het plankier naast het zwembad`

dansvloer   steiger   

• stenen bevloering langs huis of stal, trottoir - Voorbeeld: 't Werd ochtend, 't werkvolk was reeds te been. Magere mannen en bleke vrouwen, hun ketel en etenbeurzen aan de hand, klopten met hun kloefen op de gletse plankieren
• 1) Perron 2) Steiger 3) Dansvloer 4) Heul 5) Houten vloer 6) Deel van een gebouw 7) Vloer met planken 8) Plankijs 9) Plankenvloer 10) Vlonder 11) Zolder 12) Houten dansvloer 13) Podium 14) Bevloering 15) Houten bevloering 16) Vloer van planken 17) Vloer
• bevloering van planken Jaar van herkomst: 1574 (Toll. )
• eenvoudige houten steiger.

Toon uitgebreidere definities

plankier (bevloering met planken)

Is het 'de plankier' of 'het plankier'?

Het is 'de plankier', want plankier is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die plankier'.

Wat is het meervoud van plankier?

Het meervoud van plankier is 'plankieren'. Eén plankier, twee plankieren.

Wat betekent plankier?

'vloer van planken buitenshuis'

Hoe spel je plankier?

plankier spel je P L A N K I E R

Wat is een ander woord voor plankier?

Andere woorden voor plankier zijn dansvloer en steiger.

Zoek plankier op Woordenlijst.org
Zoek plankier op Google
Zoek plankier op Wikipedia