piesen

werkw.
Uitspraak:  ['pisə(n)]
Afbreekpatroon:  pie·sen
Vervoegingen:  pieste (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gepiest (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

urineren informeel
Voorbeeld:  `Altijd eerst nog even piesen voor je de deur uit gaat.`
Synoniemen:  plassen, pissen

Zie ook:  pies


Synoniemen
motregenen   pissen   urineren   zeiken   

Intensiveringen
Hoe kun je met piesen een ander begrip versterken?
alsof er een engeltje over je tong piest;

2 definities op Encyclo
  • urine uitstoten vb: waar is de wc? ik moet heel nodig piesen alsof er een engeltje over je tong piest [het is verschrikkelijk lekker]
  • 1) Pissen 2) Urineren 3) Motregenen 4) Zeiken
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
piesen

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van piesen?
De verleden tijd van piesen is 'pieste'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gepiest'.
Wat betekent piesen?
'urineren'
Hoe spel je piesen?
piesen spel je P I E S E N
Wat is een ander woord voor piesen?
Andere woorden voor piesen zijn motregenen, pissen, urineren en zeiken.

Op andere websites
Zoek piesen op Woordenlijst.org
Zoek piesen op Google
Zoek piesen op Wikipedia