de passant

zelfst.naamw. (m.)

de passante

zelfst.naamw.

1) iemand die voorbij komt

Voorbeeld:	`Een toevallige passant zag het ongeluk en kon als getuige optreden.`
Synoniem:	voorbijganger

2) reiziger op doorreis is en kort ergens verblijft

Voorbeelden:

`Schiphol heeft een aparte lounge voor passanten.`,
`Wij zijn allen passanten in dit leven.`

Synoniemen

6 definities op Encyclo

Let op: Spelling van 1858 een voorbijgaande, voorbijganger; en passant, Fr., in passant, in het voorbijgaan. Passato, van de verloopene (namelijk maand enz.) Passavant of passe-avant, eene doorreiscedel, bewijs, dat men doorreizen mag
1) Schouderbelegsel 2) Schouderbedekking 3) Lus voor gordel 4) Schouderbedekking aan uniformen 5) Reiziger 6) Lus voor een gordel 7) Voorbijganger
Een bezoeker van een hotel die daar niet blijft overnachten.
iemand die passeert; voorbijganger iemand die niet is ingeschreven bij een praktijk van een huisarts, maar wel naar het spreekuur gaat iemand die korte tijd ergens verblijft, bijvoorbeeld omdat hij op doorreis is iemand voor wie iets maar voor korte tijd speelt of belangrijk is; iemand die maar kort bij iets ...
inwoner die het wonen in Leuven beschouwd als een tijdelijke situatie, zonder het nadrukkelijke vooruitzicht om zich langdurig in Leuven te vestigen (vaak pas afgestudeerde universitairen).

Deze woorden beginnen met passant:

Deze woorden eindigen op passant:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

Het is 'de passant', want passant is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die passant'.

Het meervoud van passant is 'passanten'. Eén passant, twee passanten.

'iemand die voorbij komt' en 'reiziger op doorreis is en kort ergens verblijft'

passante spel je P A S S A N T E

Een ander woord passante is voorbijganger.

Op andere websites