[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Overzeilen``] Het op elkander loopen van twee schepen, ten gevolge van de duisternis, als de schepen geene lantaarns voeren of ten gevolge van onachtzaamheid of verkeerde manoeuvres
1> zeilend overvaren ; een water oversteken. 2> zeilend overvaren ; over iets anders heen varen. 3> ander woord voor overstag gaan . Peter Dorleijn , Van gaand en staand want, deel 1, Enkhuizen. Uitg. Van Kampen & zn, 1982. 4> ander woord voor kapseizen ; al zeilend omslaan. 5> het verschuiven van de lading ,...