opendoen

werkw.
Uitspraak:  [ˈopə(n)dun]
Afbreekpatroon:  open·doen
Vervoegingen:  deed open (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft opengedaan (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (iets dat gesloten is) openen
Voorbeeld:  `een raam opendoen`
Antoniem:  sluiten
een boekje opendoen  (geheime informatie verklappen)

2) de deur van het huis openen voor bezoek
Voorbeeld:  `Er wordt gebeld, wil jij even opendoen?`


Synoniemen
ontsluiten   openen   openmaken   

Spreekwoorden en zegswijzen
• over iemand een boekje opendoen (=informatie over iemand geven, waarvan diegene niet wil dat het bekend wordt)
Naar de spreekwoorden

2 definities op Encyclo
  • Uit `De lagere vaktalen: De taal der hopkweekers` 1914 na den winter de aarde die men op de kuilen gelegd had, daarvan wegnemen en zoo de keesten bloog leggen, die dan afgesneden en verkocht worden.
  • 1) Inlaten 2) Ontsluiten 3) Openmaken 4) Openen 5) Opdoen 6) Openleggen
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
opendoen

Taaladvies
  1. Wat is een samengesteld werkwoord? Zie Samengesteld werkwoord
  2. Waar komt de spreuk `Sesam open u!` vandaan? Zie Sesam open u!


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van opendoen?
De verleden tijd van opendoen is 'deed open'. Het voltooid deelwoord is 'heeft opengedaan'.
Wat betekent opendoen?
'(iets dat gesloten is) openen' en 'de deur van het huis openen voor bezoek'
Hoe spel je opendoen?
opendoen spel je O P E N D O E N
Wat is een ander woord voor opendoen?
Andere woorden voor opendoen zijn ontsluiten, openen en openmaken.

Op andere websites
Zoek opendoen op Woordenlijst.org
Zoek opendoen op Google
Zoek opendoen op Wikipedia