ontzetten

werkw.

Uitspraak:	[ɔnt'sɛtə(n)]
Afbreekpatroon:	ont·zet·ten
Vervoegingen:	ontzette (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft ontzet (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(een belegerde stad) bevrijden door het bezettende leger te verjagen

Voorbeeld:

`Groningen werd ontzet op 28 augustus 1672.`

bevrijden   bevrijden van belegeraars   onthutsen   ontstellen   uit de macht ontzetten   verbijsteren   verbluffen   verlossen   

• (oude rechtstermen:) zich tegen het arrest verzetten, tegenovergestelde van bezetten
• [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Ontzet, Ontzetten``] Zie Vestingoorlog
• • [ov] [militair] het opheffen van een belegering. • tweede betekenisomschrijving • enz.
• uit een functie ontslaan vb: hij is ontzet uit het ambt van burgemeester uit de ouderlijke macht ontzetten [de rechter zorgt ervoor dat mensen niet langer als ouders mogen optreden]
• 1) Bevrijden 2) Bevrijden van belegeraars 3) Verlossen 4) Verwijderen 5) Ontbloten 6) Verbluffen 7) Onthutsen 8) Amoveren 9) Casseren 10) Deblokkeren 11) Devesteren 12) Hevig verschrikken 13) Ontstellen 14) Verbijsteren 15) Slopen 16) Hevig doen schrikken

Toon uitgebreidere definities

• ontzetten uit• ontzettend

ontzetten (verbijsteren)

Wat is de verleden tijd van ontzetten?

De verleden tijd van ontzetten is 'ontzette'. Het voltooid deelwoord is 'heeft ontzet'.

Wat betekent ontzetten?

'(een belegerde stad) bevrijden door het bezettende leger te verjagen'

Hoe spel je ontzetten?

ontzetten spel je O N T Z E T T E N

Wat is een ander woord voor ontzetten?

Andere woorden voor ontzetten zijn bevrijden, bevrijden van belegeraars, onthutsen, ontstellen, uit de macht ontzetten, verbijsteren, verbluffen en verlossen.

Zoek ontzetten op Woordenlijst.org
Zoek ontzetten op Google
Zoek ontzetten op Wikipedia