de onrust

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:	[ˈɔnrʏst]
Afbreekpatroon:	on·rust

situatie waarin mensen opgewonden zijn

Voorbeeld:	`De arrestatie van de boekhouder veroorzaakte veel onrust bij zijn collega's.`
Synoniem:	nervositeit

agitatie   beroering   gejaagdheid   gewoel   nervositeit   ongedurigheid   roerigheid   

• gevoel dat je iets moet doen, niet rustig kunnen blijven vb: er was veel onrust in de klas Tegenstelling: rust
• 1) Gevaar 2) Ongeduld 3) Ongedurigheid 4) Ongerustheid 5) Onstuimigheid 6) Zenuwachtigheid 7) Krevel 8) Spanning 9) Uurwerkonderdeel 10) Rusteloosheid 11) Gejaagdheid 12) Kwelling 13) Kommer 14) Abnormale gemoedstoestand 15) Troebel 16) Gewoel 17) Tumult 18) Alarm 19) Turbulentie 20) Horlogewieltje

Toon uitgebreidere definities

• onrustbarend• onrustig• onrustigheid• onruststoker• onruststokerij• onruststookster• onrustwekkend• onrustzaaier

• arbeidsonrust

onrust

Is het 'de onrust' of 'het onrust'?

Het is 'de onrust', want onrust is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die onrust'.

Wat betekent onrust?

'situatie waarin mensen opgewonden zijn'

Hoe spel je onrust?

onrust spel je O N R U S T

Wat is een ander woord voor onrust?

Andere woorden voor onrust zijn agitatie, beroering, gejaagdheid, gewoel, nervositeit, ongedurigheid en roerigheid.

Zoek onrust op Woordenlijst.org
Zoek onrust op Google
Zoek onrust op Wikipedia