• mus (Nijkerks)   • mus (Zwartebroeks)   • mus (Huizers)   • mus (Spakenburgs)  

• wie zijn pap gemorst heeft kan niet alles weer oprapen (=schade kan nooit geheel worden goedgemaakt)
• een morse muur is snel afgebroken (=een slechte zaak gaat niet lang mee)
Naar de spreekwoorden

Hoe kun je met mors een ander begrip versterken?
morsdood;

• • [dierkunde
• Let op: Spelling van 1858 dochter van den Slaap en den Nacht, de onverbiddelijkste der Godinnen
• [Let op: mogelijk oud Nederlands van 1400-1800] een lijk, de dood, het overlijden
• Def.: het deel van het aangesneden profiel dat niet door het transportsysteem wordt meegenomen, of bodemmateriaal dat als gevolg van de baggeractiviteit anderszins op de gebaggerde bodem terechtkomt.
• 1) Mythologische figuur 2) God van de dood (Romeins) 3) Wat gemorst is 4) Eiland bij Denemarken 5) God van de dood 6) Verplaatste bagger 7) Godheid 8) Vuiligheid

Toon uitgebreidere definities

• morsdoek• morsdood• morse• morsebel• morsecode• morseconus• morsen• morseteken• morsig• morsigheid• morspot

• gemors

Zoek mors op Woordenlijst.org
Zoek mors op Google
Zoek mors op Wikipedia