• in het schuitje zitten en mee moeten varen (=mee moeten doen, zich niet meer kunnen terugtrekken) • het kan er mee door (=het gaat wel, het is aanvaardbaar) • het is of de drommel er mee speelt. (=zo veel tegenslagen dat het absurd wordt) • er zijn maal wel mee kunnen doen (=er wel mee toekomen) • er niet mee getrouwd zijn (=er niet aan vastzitten, er niet toe verplicht zijn) Toon alle 12 spreekwoorden die mee bevatten
6 definities op Encyclo
Ondersteuningsorganisatie voor mensen met een beperking (mensen met een lichamelijke handicap of chronische aandoening, een verstandelijke handicap en autisme). Biedt informatie, advies en ondersteuning bij leven met een beperking en is gericht op integratie in de samenleving van mensen met een handicap. Hee...
(voorzetsel) ook, samen met
• [seppart] . • [pronadvpart] van het voorzetsel met.
met iemand of iets vb: wil jij ook met ons mee naar de bioscoop? waar bemoei je je mee [met wat bemoei je je]
1) Iemands voordeel 2) Ook 3) Honingazijn 4) Honingdrank 5) Wilde kamperfoelie 6) Vloeistof 7) Honingwijn 8) Honingwater 9) Samen 10) Samen met iemand uit 11) Bedwelmende drank 12) Voorzetsel 13) Voorvoegsel 14) Opvolger van de sociaalpedagogische dienst 15) Voordeel 16) Drank 17) Gesneden sierschelp