matte als dialectwoord
Tapijt (Giethoorns)   mat (Epers)   Mat (stoffering) (Hierdens)   Mathieu (Munsterbilzen - Minsters)   vechten (Eindhovens)   vechten (Haags)  
Toon alle 7 dialectwoorden

Spreekwoorden en zegswijzen
• je matten oprollen (=vertrekken, weggaan)
Naar de spreekwoorden

4 definities op Encyclo
  • mat uitdr.: Voorbeeld: ‘uit de matte springen’: uit de band springen, de verkeerde weg opgaan - Voorbeeld: ‘Ene zijner dochters was uit de matte gesprongen, en zijn strenge wil, noch zijn sterke vuist had er iets tegen vermocht’
  • [Let op: mogelijk oud Nederlands van 1400-1800] beddenzak, matras, strozak
  • 1) Bergweide 2) Munt 3) Niet glanzende
  • Dit betekent dat er een Tijdelijke onderbreking van de wedstrijd is.
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met matte:
mattenmattenkloppermattentaart

Op andere websites
Zoek matte op Woordenlijst.org
Zoek matte op Google
Zoek matte op Wikipedia