maskeren

werkw.
Uitspraak:  [mɑs'kerə(n)]
Afbreekpatroon:  mas·ke·ren
Vervoegingen:  maskeerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gemaskeerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

zorgen dat iets niet opvalt
Voorbeeld:  `de tekortkomingen handig weten te maskeren`


Synoniemen
bedekken   bemantelen   hullen   inhullen   omhullen   verbergen   verhullen   versluieren   

13 definities op Encyclo
  • Toedekken, verbergen Meestal gebruikt bij afwerken van taarten met geslagen room of crème
  • [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Maskeren``] Een voornemen, eene stelling, een voorwerp M., is ze verbergen. Men maskeert een' hoofdaanval door eenen schijnaanval; eene batterij door daar voor opgestelde kavallerie of in de versterkingskunst door een' daarvoor liggenden muur of door in de embrasures der...
  • •de ware aard van iets verhullen. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
  • ervoor zorgen dat anderen het niet zien of merken vb: hij maskeerde zijn verdriet door overdreven vrolijk te doen je bedoelingen maskeren [niet laten merken wat je wilt]
  • 1) Onzichtbaar maken 2) Camoufleren 3) Verhullen 4) Zich vermommen 5) Bemantelen 6) Vermommen 7) Bedekken 8) Versluieren 9) Uitzicht benemen 10) Verbloemen 11) Verbergen 12) Inhullen 13) Omhullen 14) Hullen 15) Aan het oog onttrekken 16) Verdoezelen 17) Het onzichtbaar maken
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op maskeren:
ontmaskerendemaskeren

Herkomst volgens etymologiebank.nl
maskeren (verbergen)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van maskeren?
De verleden tijd van maskeren is 'maskeerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gemaskeerd'.
Wat betekent maskeren?
'zorgen dat iets niet opvalt'
Hoe spel je maskeren?
maskeren spel je M A S K E R E N
Wat is een ander woord voor maskeren?
Andere woorden voor maskeren zijn bedekken, bemantelen, hullen, inhullen, omhullen, verbergen, verhullen en versluieren.

Op andere websites
Zoek maskeren op Woordenlijst.org
Zoek maskeren op Google
Zoek maskeren op Wikipedia