mande als dialectwoord
mand (Moes)   mand (Brakels)   mand (Wetters)   mand (Kampers)   mand (Waregems)   mand (Graauws)  

Spreekwoorden en zegswijzen
• de dag met manden uitdragen (=tijd verdoen)
• commandeer je hond en blaf zelf (=dat bevel weiger ik uit te voeren)
Naar de spreekwoorden

6 definities op Encyclo
  • Uit `De lagere vaktalen: De taal der hopkweekers` 1914 in mande plukken: zijn bellen in een mand werpen.
  • mand
  • [Let op: mogelijk oud Nederlands van 1400-1800] gemeenschappelijk
  • 1) Gemeenschappelijk bezit 2) Voorstad van parijs 3) Afrikaanse stam 4) Stam in Ivoorkust
  • gemeenschap (toon de herkomst via de etymologiebank)
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met mande:
mandekkermandekkingmandeligmandementmandement van spoliemandemie

Deze woorden eindigen op mande:
reprimandeallemande

Herkomst volgens etymologiebank.nl
mande (gemeenschap)

Op andere websites
Zoek mande op Woordenlijst.org
Zoek mande op Google
Zoek mande op Wikipedia