Spreekwoorden en zegswijzen
• wel thuis kunnen b
lijven (=het wel kunnen vergeten)• op zee b
lijven (=op zee vergaan/omkomen)• op twee paarden b
lijven rijden.
(=men kan geen keus maken)• op je post b
lijven (=niet weggaan)• op iets dood b
lijven (=erg belust op iets zijn (bv geld; gierig))Toon alle 32 spreekwoorden die lijven bevatten2 definities op Encyclo
- [Vergeten woorden] (st. leef, heeft geleven) 1) beschutten, beschermen 2) sparen, ontzien, verschonen [= Noors live, IJslands hlífa, ~ lijf ‘beschutting, bescherming’, leef ‘brood’]
- De 'Lijven' (Ook: 'Lijflanders', Lets: 'līvi', Lijfs: 'līvlizt' of 'rāndalizt', Letgaals: 'lībieši', Duits: 'Liven', Latijn: 'Livones') zijn een Noord-Europees, aan de Esten verwant volk, behorend tot de Oostzee-Finse volkeren. Naar hen is de historische landstreek Lijfland ('Livonia') genoemd.
Toon uitgebreidere definitiesDeze woorden eindigen op lijven:
•
aanblijven•
achterblijven•
afblijven•
beklijven•
bijblijven•
blijven•
inlijven•
opblijven•
openblijven•
overblijven•
samenblijven•
uitblijven•
verblijven•
wegblijven•
zittenblijven•
thuisblijven•
onderblijven•
doodblijven•
binnenblijven•
nablijvenOp andere websites
Zoek
lijven op Woordenlijst.org
Zoek
lijven op Google
Zoek
lijven op Wikipedia