• zachtjes aan, dan breekt het lijntje niet (=handel voorzichtig, dan mislukt het niet) • langzaam aan, dan breekt het lijntje niet (=je kunt beter rustig doorwerken, dan kan er het minste fout gaat) • in het lijntje lopen (=dienstbaar zijn) • iemand aan het lijntje hebben (=meewerken met iemand) • een lijntje trekken (=cocaïne snuiven) Toon alle 6 spreekwoorden die lijntje bevatten