lastigvallen

werkw.

Uitspraak:	['lɑstəxfɑlə(n)]
Afbreekpatroon:	las·tig·val·len
Vervoegingen:	viel lastig (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft lastiggevallen (volt.deelw.)

1) ongevraagd iemands aandacht trekken

Voorbeeld:	`Mag ik u even lastigvallen met een vraag?`
Synoniem:	storen

2) (iemand) opdringerig aanraken

Voorbeeld:

`Hij heeft de naam dat hij vrouwelijke collega's lastigvalt.`

ambeteren   teisteren   

• •op hindelijke wijze iemands aandacht opeisen.
• 1) Incommoderen 2) Hinderen 3) Ambeteren 4) Derangeren 5) Teisteren 6) Importuneren 7) Kwellen 8) Plagen
• iemand met oneerbare bedoelingen benaderen
• Lastigvallen is iemand hinderen of storen. [basiswoordenlijst groep 4]

Toon uitgebreidere definities

Wat is de verleden tijd van lastigvallen?

De verleden tijd van lastigvallen is 'viel lastig'. Het voltooid deelwoord is 'heeft lastiggevallen'.

Wat betekent lastigvallen?

'ongevraagd iemands aandacht trekken' en '(iemand) opdringerig aanraken'

Hoe spel je lastigvallen?

lastigvallen spel je L A S T I G V A L L E N

Wat is een ander woord voor lastigvallen?

Andere woorden voor lastigvallen zijn ambeteren en teisteren.

Zoek lastigvallen op Woordenlijst.org
Zoek lastigvallen op Google
Zoek lastigvallen op Wikipedia