klak als dialectwoord
Een pet (Schunnebroecks)   Belgische schoolpet (Mechels (NL))   pet (Bambrugs)   pet (Rotselaars)   Pet (neeroeters)   pet (Geels)  
Toon alle 72 dialectwoorden

4 definities op Encyclo
  • 1.hoeveelheid, kliekje (VD II 3) Voorbeeld: ‘Ze dachten niet eens dat ze te noene enkel enige getelde aardappelstukken en een klein klakje pap zouden krijgen’ Voorbeeld: ‘Zalia goot er een klakske melk in’ Voorbeeld: ‘Vramme (...) ontstak zijn pijp; hij trok drie, vier keren, blies de rook door zij...
  • 1) Kort en luid geluid 2) kledingstuk 3) Plotseling geluid 4) Snel geluidje 5) Klikkend geluid 6) Knappend geluid 7) Hoge hoed met veren 8) Pet met stijve klep 9) Pet 10) Gibus 11) Tongbeweging 12) Geluid van iets dat breekt 13) Geluid van een klap 14) Scherp geluid 15) Korte klap 16) Muts met klep
  • klodder, vlek (toon de herkomst via de etymologiebank)
  • klodder, vlek Jaar van herkomst: 1451-1500 (MNW )
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met klak:
klakkebusklakkeloos

Herkomst volgens etymologiebank.nl
  1. klak (klodder, vlek)
  2. klak (samendrukbare hoge hoed)
  3. klak (slag, klap)


Op andere websites
Zoek klak op Woordenlijst.org
Zoek klak op Google
Zoek klak op Wikipedia