de kandidaat

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[kɑndiˈdat]
Afbreekpatroon:	kan·di·daat
Verbuigingen:	kandidaten (meerv.)

de kandidate

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[kɑndiˈdatə]
Afbreekpatroon:	kan·di·daat
Verbuigingen:	kandidaten, kandidates (meerv.)

1) elk van de personen die een bepaalde functie of prijs wil hebben

Voorbeelden:

`Er hebben zich vier kandidaten gemeld voor deze baan.`, `Zij heeft zich kandidaat gesteld voor het presidentschap.`, `Twaalf kandidaten strijden om de hoofdprijs van dit concours.`

2) iedere deelnemer aan een spel op de radio of televisie

Voorbeeld:

`Ik stel u voor aan de kandidaten van vanavond.`

3) deelnemer aan een examen

Voorbeeld:	`Alle kandidaten worden schriftelijk opgeroepen.`
Synoniem:	examinandus

aspirant   deelnemer   examenkandidaat   examinandus   gegadigde   geinteresseerde   

• iemand die een bepaalde baan of functie wil vb: er zijn voor deze baan wel 100 kandidaten zich kandidaat stellen [beschikbaar stellen voor een officiële functie]
• [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] iemand, die naar enig ambt staat, of daartoe wordt aanbevolen; van Latijn candidus = wit, naar het Romeinsch gebruik, volgens hetwelk zij, die een ambt van consul, quaestor, praetor enz. begeerden, in wit gewaad rondgingen om voorspraak te zoeken. Wit betekende onbevlekte...
• 1) Dinger 2) Iemand die examen moet doen 3) Sollicitant 4) Geïnteresseerde 5) Examinandus 6) Gegadigde 7) Deelnemer 8) Postulant 9) Aspirant 10) Examenkandidaat 11) Dinger naar een betrekking
• Een kandidaat is iemand die voor een bepaalde positie in aanmerking komt. [basiswoordenlijst groep 7]
• gegadigde

Toon uitgebreidere definities

• kandidaat-raadslid• kandidaats• kandidaatschap• kandidaatstelling

• wethouderskandidaat• vicepresidentskandidaat• titelkandidaat• tegenkandidaat• presidentskandidaat• pkl-kandidaat• medaillekandidaat• huwelijkskandidaat• herplaatsingskandidaat• examenkandidaat• eindexamenkandidaat• degradatiekandidaat• compromiskandidaat• burgemeesterskandidaat

kandidaat (gegadigde voor een ambt of waardigheid)

1. In welke context is voor `iemand die voor iets in aanmerking wil komen` het woord kandidaat gebruikelijk? Zie Kandidaat
2. Schrijf je een koppelteken achter bijzondere voorbepalingen als adjunct, aspirant, assistent, bijna, chef, collega, ex (voormalig), interim (voorlopig, tussentijds), kandidaat, leerling, meester (hoofd), niet, non, oud (voormalig), Sint (sint, Sinte, sinteofSt.), stagiair en substituut? Zie Welofgeen koppelteken erachter?
3. Schrijf je kandidaat-huurder met een koppelteken? Zie kandidaat-huurder / kandidaat huurder

Is het 'de kandidaat' of 'het kandidaat'?

Het is 'de kandidaat', want kandidaat is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die kandidaat'.

Wat is het meervoud van kandidaat?

Het meervoud van kandidaat is 'kandidaten'. Eén kandidaat, twee kandidaten.

Wat betekent kandidate?

'elk van de personen die een bepaalde functie of prijs wil hebben' en 'iedere deelnemer aan een spel op de radio of televisie' en 'deelnemer aan een examen'

Hoe spel je kandidate?

kandidate spel je K A N D I D A T E

Wat is een ander woord voor kandidate?

Andere woorden voor kandidate zijn aspirant, deelnemer, examenkandidaat, examinandus, gegadigde en geinteresseerde.

Zoek kandidaat op Woordenlijst.org
Zoek kandidaat op Google
Zoek kandidaat op Wikipedia