de kachelpijp

zelfst.naamw.
Verbuigingen:  kachelpijpen
Verbuigingen:  kachelpijpje

1) een buis waardoor de verbrandingsgassen van een kachel het gebouw kunnen verlaten

2) een hoge zwarte hoed, cilinderhoed, hogebuis


Bron: WikiWoordenboek.

3 definities op Encyclo
  • 1) Deel van een kachel 2) Schoorsteenvegershoed 3) Chique hoed 4) Hogehoed 5) Rookleider 6) Afvoer van een haard 7) Hoofddeksel 8) Hoge hoed
  • Bijnaam van de Nimbus uit 1925, die een lange, ronde brandstoftank had die deel uitmaakte van het frame.
  • Spreekwoorden: (1914) Een kachelpijp. Schertsende benaming voor een hogen hoed, een cylinderhoed, een hogen dop, een hooge schijf (in A. Jodenh. 43), een tafelronde (in Twee W.B. 71); vijfkop, tonhoed (zeeuwsch). Zie o.a. Jong. 198: Ze zijn dan in het zwart gekleed met witte dassen, maar daar de meesten wel e...
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
kachelpijp

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat betekent kachelpijp?
'een buis waardoor de verbrandingsgassen van een kachel het gebouw kunnen verlaten' en 'een hoge zwarte hoed, cilinderhoed, hogebuis'
Hoe spel je kachelpijp?
kachelpijp spel je K A C H E L P I J P

Op andere websites
Zoek kachelpijp op Woordenlijst.org
Zoek kachelpijp op Google
Zoek kachelpijp op Wikipedia