inschatten

werkw.
Uitspraak:  [ˈɪnsxɑtə(n)]
Afbreekpatroon:  in·schat·ten
Vervoegingen:  schatte in (verl.tijd )
Vervoegingen:  heeft ingeschat (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

vooraf beoordelen hoe iets of iemand zal zijn
Voorbeelden:  `een risico inschatten`,
`inschatten of het zin heeft naar de vergadering te gaan`,
`inschatten dat de kosten wel zullen meevallen`,
`een inschatting maken`


Synoniemen
afwegen   beoordelen   bepaalde   bepalen   bepalend   schatten   taxeren   waarderen   

3 definities op Encyclo
  • nauwkeurig kijken hoe zwaar het is vb: ik had dit veel zwaarder ingeschat ik had hem niet zo laag ingeschat [hij valt me erg tegen]
  • 1) Waarderen 2) Taxeren 3) Afwegen 4) Schatten 5) Beramen 6) Bepalend 7) Bepalen 8) Beoordelen
  • Inschatten is ramen. [basiswoordenlijst groep 7]
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
inschatten

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van inschatten?
De verleden tijd van inschatten is 'schatte in'. Het voltooid deelwoord is 'heeft ingeschat'.
Wat betekent inschatten?
'vooraf beoordelen hoe iets of iemand zal zijn'
Hoe spel je inschatten?
inschatten spel je I N S C H A T T E N
Wat is een ander woord voor inschatten?
Andere woorden voor inschatten zijn afwegen, beoordelen, bepaalde, bepalen, bepalend, schatten, taxeren en waarderen.

Op andere websites
Zoek inschatten op Woordenlijst.org
Zoek inschatten op Google
Zoek inschatten op Wikipedia