inhaleren

werkw.
Uitspraak:  [ɪnhaˈlerə(n)]
Afbreekpatroon:  in·ha·le·ren
Vervoegingen:  inhaleerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft geïnhaleerd (volt.deelw.)

(iets gasvormigs) diep inademen
Voorbeelden:  `de rook van je sigaret niet meteen uitblazen maar inhaleren`,
`een medicijn inhaleren`


Synoniemen
inademen   over de longen roken   

3 definities op Encyclo
  • door ademen in je longen laten komen vb: hij het roken kun je beter niet inhaleren
  • 1) Diep inademen 2) Insnuiven 3) Binnentrekken 4) Rook inademen 5) Inademen van roker 6) Inademen 7) In zich opnemen 8) Eigenschap bij roken 9) Ademhalen
  • diep inademen (van rook) Jaar van herkomst: 1847 (KKU )
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
inhaleren (inademen)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van inhaleren?
De verleden tijd van inhaleren is 'inhaleerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geïnhaleerd'.
Wat betekent inhaleren?
'(iets gasvormigs) diep inademen'
Hoe spel je inhaleren?
inhaleren spel je I N H A L E R E N
Wat is een ander woord voor inhaleren?
Andere woorden voor inhaleren zijn inademen en over de longen roken.

Op andere websites
Zoek inhaleren op Woordenlijst.org
Zoek inhaleren op Google
Zoek inhaleren op Wikipedia