het ingrediënt

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ɪnxrediˈjɛnt]
Afbreekpatroon:	in·gre·di·ent
Verbuigingen:	ingrediënten (meerv.)

bestanddeel van een gerecht, wat je nodig hebt volgens het recept

Voorbeeld:

`De ingrediënten voor de saus zijn vlees, bouillon, room, zout en peper.`

basisbestanddeel   bestanddeel   component   deel   element   fractie   onderdeel   stuk   

• Benodigd bestanddeel
• grondstof waarmee je iets maakt vb: voor brood heb je vier ingrediënten nodig: bloem, water, zout en gist Synoniem: bestanddeel
• 1) Basisbestanddeel 2) Bestanddeel 3) Benodigd bestanddeel 4) Fractie 5) Keukenterminologie 6) Component 7) Bouwsteen 8) Cosmetisch artikel 9) Deel 10) Samenstellend deel 11) Stuk 12) Element 13) Onderdeel
• bestanddeel waaruit materialen of producten zijn gemaakt
• bestanddeel Jaar van herkomst: 1652 (WNT trekken )

Toon uitgebreidere definities

• ingrediënten• ingrediëntenlijst• ingrediëntenverhouding

• hoofdingrediënt• basisingrediënt• bakkerijingrediënt

ingrediënt (noodzakelijk bestanddeel)

Is het 'de ingrediënt' of 'het ingrediënt'?

Het is 'het ingrediënt', want ingrediënt is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat ingrediënt'.

Wat is het meervoud van ingrediënt?

Het meervoud van ingrediënt is 'ingrediënten'. Eén ingrediënt, twee ingrediënten.

Wat betekent ingrediënt?

'bestanddeel van een gerecht, wat je nodig hebt volgens het recept'

Hoe spel je ingrediënt?

ingrediënt spel je I N G R E D I E-umlaut N T

Wat is een ander woord voor ingrediënt?

Andere woorden voor ingrediënt zijn basisbestanddeel, bestanddeel, component, deel, element, fractie, onderdeel en stuk.

Zoek ingrediënt op Woordenlijst.org
Zoek ingrediënt op Google
Zoek ingrediënt op Wikipedia