de huisgenoot
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | ['hœysxənot] |
| Afbreekpatroon: | huis·ge·noot |
| Verbuigingen: | huisgenoten (meerv.) |
de huisge|note
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | ['hœysxə|notə] |
| Afbreekpatroon: | huis·ge·noot |
| Verbuigingen: | huisgenoten, huisgenotes (meerv.) |
iemand met wie je een woning deelt | Voorbeelden: | `badkamer en keuken delen met je huisgenoten`, `spelletjesavond met huisgenoten`, `Nieuwe huisgenoten worden geballoteerd door de bewoners.` | |
4 definities op Encyclo
- 'Huisgenoot' is een Afrikaanstalig gezinstijdschrift, dat wekelijks in Zuid-Afrika en Namibië wordt uitgegeven. Huisgenoot heeft ook twee dochterbladen: 'Huisgenoot-Pols' en 'Huisgenoot-Tempo'.
- 1) Medebewoner 2) Medebewoner van hetzelfde huis 3) Iemand die bij je woont 4) Gezinslid
- iemand met wie men hetzelfde huis deelt; iemand die in hetzelfde huis woont gezelschapsdier dat iemand in huis heeft, vooral een hond of een kat; huisdier
- personen- en familierecht: persoon die met anderen hetzelfde huis bewoont. ...
Toon uitgebreidere definitiesVraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de huisgenoot' of 'het huisgenoot'?
Het is 'de huisgenoot', want huisgenoot is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die huisgenoot'.
Wat is het meervoud van huisgenoot?
Het meervoud van huisgenoot is 'huisgenoten'. Eén huisgenoot, twee huisgenoten.
Wat betekent huisge|note?
'iemand met wie je een woning deelt'
Hoe spel je huisge|note?
huisge|note spel je H U I S G E Hoofdletter-| N O T E Op andere websites
Zoek
huisgenoot op Woordenlijst.org
Zoek
huisgenoot op Google
Zoek
huisgenoot op Wikipedia