de hinderpaal

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	['hɪndərpal]
Afbreekpatroon:	hin·der·paal
Verbuigingen:	hinderpalen (meerv.)

iemand van wie je last hebt of iets waarvan je last hebt

Voorbeelden:

`een hinderpaal vormen`, `De logica van de markt is een hinderpaal voor sociale ontwikkelingen.`, `Gebrekkige seksuele voorlichting is een hinderpaal voor de soabestrijding.`

belemmering   beletsel   bezwaar   hindernis   obstakel   

• 1) Bezwaar 2) Beletsel 3) Belemmering 4) Verhindering 5) Beenkluister 6) Klip 7) Hindernis 8) Handicap 9) Obstakel 10) Scheidsmuur 11) Impediment 12) Struikelblok 13) Sta-in-de-weg 14) Barrière

Toon uitgebreidere definities

Is het 'de hinderpaal' of 'het hinderpaal'?

Het is 'de hinderpaal', want hinderpaal is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die hinderpaal'.

Wat is het meervoud van hinderpaal?

Het meervoud van hinderpaal is 'hinderpalen'. Eén hinderpaal, twee hinderpalen.

Wat betekent hinderpaal?

'iemand van wie je last hebt of iets waarvan je last hebt'

Hoe spel je hinderpaal?

hinderpaal spel je H I N D E R P A A L

Wat is een ander woord voor hinderpaal?

Andere woorden voor hinderpaal zijn belemmering, beletsel, bezwaar, hindernis en obstakel.

Zoek hinderpaal op Woordenlijst.org
Zoek hinderpaal op Google
Zoek hinderpaal op Wikipedia