• spijt hebben als haren op zijn hoofd (=erg veel spijt hebben) • met de haren erbij slepen (=iets erbij halen dat er niets mee te maken heeft) • je wilde haren verliezen (=ouder en rustiger worden) • grijze haren zijn kerkhofsbloemen (=als je grijze haren krijgt, ben je niet zo ver van het kerkhof) • elkaar in de haren vliegen (=ruzie maken) Toon alle 10 spreekwoorden die haren bevatten
Hoe kun je met haren een ander begrip versterken? spijt als haren op je hoofd; haren uit het hoofd rukken van spijt; haren op een hond;
10 definities op Encyclo
•dorp ten zuiden van de stad Groningen •meervoud van haar (+audio)
[Let op: mogelijk oud Nederlands van 1400-1800] scherpe en koude doordringen (oosten)wind
[Vergeten woorden] (zw. -de) 1) scherp of doordringend zijn, van wind en weer 2) scherpen, wetten [~ hare ‘scherpe wind’, haruw ‘scherp’]
1) Slijpen van een zeis 2) Hoofdtooi 3) Hoofddeksel 4) Hoofdbedekking 5) Vacht 6) Plaats in de Benelux 7) Ruien 8) Dun uitslaan van de snede van een zeis 9) Zeis wetten 10) plaats in België 11) Zeisscherpen 12) Plaats in Groningen 13) Plaats in Nederland 14) Het haar verliezen 15) Scherpen van een zeis