hanteren

werkw.

Uitspraak:	[hɑnˈterə(n)]
Afbreekpatroon:	han·te·ren
Vervoegingen:	hanteerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gehanteerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

omgaan met

Voorbeelden:	`je stress leren hanteren`, `een opzegtermijn soepel hanteren`
Synoniem:	behandelen

behandelen   bezigen   gebruik maken van   gebruiken   

• er zo mee omgaan dat je er wat aan hebt vb: hij hanteert de hamer als een echte timmerman Synoniemen: benutten gebruiken toepassen aanwenden
• 1) Manipuleren 2) Manoeuvreren 3) Beoefenen 4) Bezigen 5) Bezigen volgens bestemming 6) Behandelen 7) Verplaatsen 8) Voeren 9) Omgaan met 10) In de hand nemen 11) Gebruiken
• omgaan met, (werktuig) gebruiken
• omgaan met, (werktuig) gebruiken Jaar van herkomst: 1286 (CG I2, 1130 )
• rechtswetenschap: aanwenden, gebruiken. ...

Toon uitgebreidere definities

• chanteren

hanteren (omgaan met, gebruiken)

Is dit juist: de te hanteren situatie? Zie de te hanteren situatie

Wat is de verleden tijd van hanteren?

De verleden tijd van hanteren is 'hanteerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gehanteerd'.

Wat betekent hanteren?

'omgaan met'

Hoe spel je hanteren?

hanteren spel je H A N T E R E N

Wat is een ander woord voor hanteren?

Andere woorden voor hanteren zijn behandelen, bezigen, gebruik maken van en gebruiken.

Zoek hanteren op Woordenlijst.org
Zoek hanteren op Google
Zoek hanteren op Wikipedia